De huldiging van Jasper Schouten in Duitsland.
De huldiging van Jasper Schouten in Duitsland. WV De IJsselstreek

Wielrenner Jasper Schouten (23) uit Dronten is een man voor de klassiekers

Sport

DRONTEN - Jasper Schouten won zondag in Duitsland zijn tweede klassieker van dit seizoen. De Drontenaar is 23 jaar, maar is pas bezig aan zijn derde volledige seizoen als wielrenner. Jasper is inmiddels gestetteld, heeft na z’n terugkeer bij wielervereniging De IJsselstreek zijn draai gevonden en hoopt volgend jaar de stap te kunnen maken naar de semi-profs.

Zondag won Jasper Schouten in Frankfurt de vijfde en laatste etappe van de Internationale Oderrundfahrt. Voor DeDrontenaar.nl reden om hem een paar vragen te stellen.

Hoe ben jij in de wielersport beland?
Jasper Schouten: „Ik heb vroeger bij de survivalvereniging gezeten, een beetje mountainbiken, eigenlijk van alles wat. Ik had ook al wel een racefiets. Pas toen ik een baan kreeg bij Leisure World, heb ik echt goed materiaal gekocht. Op den duur maakte ik zo veel trainingskilometers, de ene dag 250 kilometer en de andere 300, dat ik dacht: ik kan net zo goed wedstrijden gaan rijden.”

Hoe waren je eerste wedstrijden?
„In het eerste jaar heb ik alleen wat criteriums gereden. Ik ben meteen bij de elite/beloften gaan rijden. Dat niveau is vrij hoog en dan ben je in het begin al lang blij als je een paar koersen uitrijdt.”

Is het snel beter gegaan?
„Na dat eerste jaar heb ik in de winter veel getraind. Ik voelde me goed, maar bij de eerste wedstrijd stond ik na 70 kilometer al aan de kant. Uiteindelijk ging het wel steeds beter en kon ik aan het eind van dat seizoen naar een ploeg in Amsterdam. Die hadden een heel mooi programma met grote klimkoersen. Alleen… ik had daar op dat moment nog niets te zoeken.”

Waarom heb je daarna gekozen voor een terugkeer bij De IJsselstreek?
„De IJsselstreek had ambitieuze plannen, een paar goede sponsors en daardoor waren het materiaal en de randvoorwaarden supergoed. Toen de eerste renner enthousiast werd, kwamen er steeds meer bij en daardoor hebben we nu een mooie ploeg.”

Hoe is je seizoen tot nu toe?
„Ik ben heel sterk begonnen met winst in de Wim Hendriks Trofee als hoogtepunt. Wel ben ik daar gevallen terwijl ik aan het juichen was… Ik had niets gebroken, maar ik heb daar toch wel een tijdje last van gehouden. Ik reed met minder zelfvertrouwen en ben ik in vier weken vier keer gevallen.”

Hoe ben je daar bovenop gekomen?
„Ik heb uiteindelijk besloten om twee weken alleen maar te trainen. Pas toen ben ik weer in vorm geraakt.”

En toen kwam de etappewedstrijd in Duitsland…
„Mijn trainingscijfers zeiden dat het goed moest zijn, maar ik had zelf de bevestiging nog niet. Op de voorlaatste dag hadden we echt een lastig rondje en werd ik tweede in de massasprint van het peloton, heuvel op. Dat gaf me het gevoel dat ik echt goed was en dat is er in de laatste etappe uit gekomen.”

Hoe verliep die etappe?
„Ik ben er vol ingevlogen. Halverwege merkte ik al dat ik behoorlijk sterk was op de slotklim. Vanaf dertig kilometer voor het einde heb ik me gespaard voor de eindsprint. Het was een klim met kasseien. De hele lichte mannetjes stuiteren daar alle kanten op. Als je dan iets zwaarder bent, dan kun je meer druk houden en rij je makkelijker over die kasseien heen. Uiteindelijk moest ik het wel helemaal alleen doen. En dat is dus gelukt.”

Wat dit het hoogtepunt in je carrière tot nu toe?
„In Nederland winnen is misschien iets leuker, maar het was supermooi en het niveau was misschien nog wel hoger dan bij m'n vorige overwinning.”

Wat voor soort renner ben je?
„Een klassiekerrenner, iemand voor zeg maar de Ronde van Vlaanderen. Dat is het type koers waar ik van hou: zware wedstrijden.”

Ben je met een grote naam te vergelijken?
„Ik heb niet echt een voorbeeld. Als je toch iemand wilt noemen, dan ben ik een type Terpstra. Maar dan natuurlijk wel op een wat lager niveau.”

Je bent voorlopig ‘happy’ bij De IJsselstreek?
„Jazeker, alhoewel dat niet wil zeggen dat ik er volgend jaar nog steeds rij, want het is mijn wens om naar de semi-profs te gaan. En dat is reëel, zondermeer. Ik heb nu twee klassiekers gewonnen en er zijn niet zoveel renners die in één jaar twee klassiekers winnen.”

Wat wil je bereiken?
„Het uiteindelijke doel is vooral genieten van het fietsen. Ik hoef niet per sé prof te worden. Volgens jaar semi-prof zou superleuk zijn en ik ben heus wel bereid om ervoor te leven, maar het is geen moeten.”

Wat dat betreft ontbreekt het heilige vuur?
„Als ik aan de start sta, wil ik gewoon winnen of mijn werk doen voor de ploeg. Maar ik heb inderdaad niet het heilige vuur van: het zal en het moet gebeuren.”