Jan Kuipers in zijn Abe Lenstra-musem in een slaapkamer van zijn woning in Swifterbant.
Jan Kuipers in zijn Abe Lenstra-musem in een slaapkamer van zijn woning in Swifterbant. ©maartenheijenk.nl

Verzamelaar heeft Abe nooit gesproken: „Wat ben ik een stommeling geweest…”

Sport

SWIFTERBANT - Jan Kuipers (69) is Abe Lenstra-verzamelaar en is een autoriteit als het gaat om kennis en informatie over de voormalige Friese topvoetballer (1920 - 1985). Toch heeft hij ‘m slechts één keer in levende lijve zien voetballen. Gesproken heeft hij Abe nooit. „Ik wilde ‘m niet lastigvallen”, baalt hij nog steeds, „Later heb ik wel gedacht: wat ben ik een stommeling geweest…”

Dertig jaar geleden verhuisde Jan Kuipers vanwege zijn werk van Leeuwarden naar Swifterbant. Daar heeft hij nu een compleet Abe-museum met foto’s, shirts, petjes, krantenknipsels, schilderijen, boeken, tijdschriften, een Abe-knikkerspel. „Toen mijn dochter het huis uit ging, zei ik: die kamer is van mij”, lacht hij.

Kleurenfoto

Hoe is die passie begonnen? Jantje was zes. „We lazen thuis de Revue en daarin zag ik voor ’t eerst een kleurenfoto van het Nederlands elftal. Abe viel me meteen op. Hij was natuurlijk net als ik een Fries en die kuif sprak me aan, hij was anders dan de anderen.” Ook de radioverslagen van het Nederlands elftal maakten indruk. „Als we op straat voetbalden, was ik Abe.”

Jarenlang was zijn Abe-adoratie latent aanwezig. Abe’s carrière liep op zijn einde en Jan was vooral druk met zijn eigen voetbal-‘loopbaan’. Na een aanrijding door een vrachtwagen zat zelf voetballen er vanaf zijn vijftiende niet meer in. De aandacht ging eerst naar zijn revalidatie en later naar zaken als het uitgaansleven. Pas toen Abe in 1985 uitgerekend op Jan’s verjaardag overleed, werd hij een verwoed verzamelaar.

Minutieus

Wat 33 jaar geleden begon met een paar krantenknipsels, is uitgegroeid tot een ware passie. Jan Kuipers doet het allemaal zó minutieus, dat hij landelijk wordt gezien als Abe-kenner nummer één. Hij heeft gecorrespondeerd en gesproken met oud-teamgenoten, met buren, met collega’s, met zijn vrouw, broer, zus en andere familieleden. Hij reist stad en ommeland af om mensen te ontmoeten, archieven na te pluizen en collectors items te scoren op beurzen en rommelmarkten.

Wat zijn de juweeltjes uit zijn collectie? „Een lepel waarmee Abe als kleine jongen zijn pap at. Die heb ik van de familie gekregen”, glundert Kuipers. Hij toont een poster van een ontmoeting met De Volewijckers uit 1944: „Die wedstrijd heeft een kwartier geduurd, toen ging het luchtalarm af.” Uit hetzelfde jaar heeft hij een origineel Heerenveen-shirt. Een door Abe zelf gedragen shirt heeft hij nooit op de kop weten te tikken.

Achter het doel

Dat hij Abe slechts één keer heeft zien spelen, is niet zo gek. Hij woonde in Leeuwarden en zijn vader nam hem mee naar de wedstrijden van VV Leeuwarden en later Cambuur. Die ene wedstrijd was in de nadagen van Abe’s carrière bij Enschedese Boys, uiteraard tegen Cambuur. „Ik stond achter het doel en precies in dat doel scoorde hij.”

Later zag hij ‘m nog een paar keer in actie met de oud-internationals. Gesproken heeft hij hem nooit. Na een beroerte zat Abe de laatste acht jaar van z’n leven in de rolstoel. Jan voelde altijd schroom om op zijn vedette af te stappen, al zag ‘m bij een aantal gelegenheden langs de lijn zitten.

Alleen een legende

Is Abe een legende of was hij ècht een topper? „Hij had een bijna Braziliaans-achtige dribbel en hij gaf kromme ballen, die voor die tijd uniek waren”, reageert Jan Kuipers, „Ik heb veel met Kees Rijvers gesproken. Die heeft met ‘m samengespeeld en is later ook bondscoach geweest, dus die weet wel waar hij het over heeft. Rijvers zegt dat Abe echt fenomenaal was. Faas Wilkes zei hetzelfde.”

Zijn er voetballers die met Abe te vergelijken zijn? „Je had in het verleden Romario bij PSV. Die wandelde maar wat rond, eigenlijk zag je ‘m niet en dan opeens was er een actie. Abe had dat ook. Je dacht: wat een dooie… En dan opeens gebeurde er iets, passeerde hij drie of vier man.”

Abe was niet lui

„Men zei altijd dat Abe lui was. Zelf zei hij daarover: ik loop niet op ballen als het geen zin heeft. Hij was wel degelijk snel. Hij was Fries atletiekkampioen op de 100 en 200 meter en hij won heel veel prijzen bij het kortebaanschaatsen. Hij kon ook goed tennissen, schaken, dammen, vissen volleyballen, hij was een veelzijdig sportman.”

Waarom heeft Abe dan nooit in het buitenland gevoetbald? „Fiorentina en enkele Franse clubs hebben hem fantastische bedragen geboden. Maar Abe werkte in het gemeentehuis in Heerenveen, bouwde daar zijn pensioen op en hij was niet een man die voor het avontuur ging, al heeft hij wel een paar keer heel erg getwijfeld. Het is niet zo dat hij niet buiten Heerenveen kon, want dan was hij ook nooit naar Enschede gegaan.”

Scheurkalender

Jan Kuipers werkte mee aan documentaires en aan een biografie van Abe. Vorig jaar werd hij gebeld voor een scheurkalender ter gelegenheid van zijn honderdste geboortedag. „Of ik wilde meedoen. Ik stond niet meteen te trappelen. Zij zeiden: jij bent dè Abe-man. Uiteindelijk heb ik ja gezegd.”

Daarna kwamen de samenstellers verschillende keren op bezoek. Jan leverde allerlei bijdragen, droeg weetjes aan, er werd geput uit zijn archieven en er werden foto’s van zijn collectie in de kalender opgenomen. De kalender ligt inmiddels in de winkel.

Een groot woord

Als we in Jan’s Abe-museum staan ligt de vraag voor de hand: is dit jouw levenswerk? „Dat is een groot woord”, relativeert de verzamelaar, „Ik heb een brede belangstelling, heb ook andere hobby’s. Rockmuziek bijvoorbeeld.”

Wat gebeurt er met zijn verzameling als Jan er niet meer is? „SC Heerenveen heeft een eigen museum en mondeling hebben we het er al eens over gehad. Uiteindelijk zal de verzameling daar wel belanden, al hoop ik dat het nog jaren duurt.”