Aanpak drugscriminaliteit in Dronten: „Anders denken ze: daar wordt niet gecontroleerd”

DRONTEN - De gemeente Dronten wil werk maken van de aanpak van drugscriminaliteit. Daarvoor wordt een ‘projectleider ondermijning’ aangesteld. „Als we niks doen, dan denken ze in Amsterdam, Utrecht en Zwolle: we moeten naar Dronten, want daar wordt niet gecontroleerd, daar kunnen we onze gang gaan”, zegt burgemeester Jean Paul Gebben.

De burgemeester heeft ‘een algemeen beeld’ van de ondermijning in de gemeente Dronten: „Maar het gaat erom: waar ga je op inzoomen? Ga je inzoomen op de grote jongens of op de bijstandsmoeder met een hennepkwekerijtje op zolder. De eerste is interessant, de tweede is makkelijker te pakken.”

Serieus werk van maken

Er wordt in Dronten al lang gepraat over de aanpak van ondermijning. Burgemeester Gebben ging er in juni bij zijn allereerste toespraak uitgebreid op in. In de begroting voor 2020 is geld uitgetrokken voor een projectleider. Het betekent dat de gemeente er vanaf januari serieus mee aan de slag gaat.

Volgens Gebben is dat hard nodig, want Dronten heeft veel vierkante meters platteland en veel lege bedrijfs- en winkelpanden. Ook wijst hij op bijvoorbeeld winkelpanden die wel gevuld zijn, maar waar nooit een klant komt: „Daar moeten we kritisch naar kijken.”

Maserati Bi-Turbo

De burgemeester benadrukt dat de projectleider het niet alleen kan. Hij moet samenwerken met onder andere OFW, politie, BOA’s en vooral inwoners. „Want de meeste hennepkwekerijen worden nog steeds gepakt doordat mensen iets ruiken. Of mensen die zeggen: ik zie een vervallen loods, maar er staat wel altijd een Maserati Bi-Turbo voor, hoe kan dat nou?”

Gebben beseft dat het een kwestie van lange adem is. Een hennepkwekerijtje in de wijk is relatief makkelijk te vinden: „Maar daarmee hebben we het probleem niet opgelost. Het probleem zit ‘m veel meer in de verwevenheid van onder- en bovenwereld. Criminaliteit ga ik niet uitbannen in Dronten, die illusie heb ik niet, maar de verwevenheid van onder- en bovenwereld wil ik wel proberen te vermijden.”