Alice Naber met Peter Parker.
Alice Naber met Peter Parker.

Olympische droom Alice Naber valt in duigen: „Ach, Parijs over vijf jaar is ook leuk”

Sport

BIDDINGHUIZEN - Het was de droom van Alice Naber-Lozeman uit Biddinghuizen om na haar succesvolle deelname in Rio de Janeiro ook naar de Olympische Spelen in Tokyo te gaan. Dit weekeinde moest ze lijdzaam toezien hoe het Nederlands eventingteam tekort kwam tijdens de Olympische kwalificatiewedstrijd in Boekelo. Zelf kon ze door een kleine blessure van haar paard ACSI Peter Parker niet meedoen.

Hoe heb je de wedstrijd van dit weekeinde beleefd?
Alice Naber: „Ik heb er alles aan gedaan om Peter Parker fit aan de start te krijgen. Maar bij een scan bleek toch dat hij een mini-miniplekje had. Als je dan Boekelo gaat rijden, weet je bijna zeker dat hij op zondag niet kan springen. Het is heel zuur als je dan ziet dat het Nederlands team niet goed genoeg is.”

Hadden jullie het verschil kunnen maken?
„Dat kun je natuurlijk nooit zeggen. Tim Lips kon ook niet meedoen door een blessure van zijn paard. We hadden daardoor minder ervaring in het team. Dat zie ook: Merel Blom werd Nederlands kampioen met een 24ste plaats overall. Begrijp me niet verkeerd, Merel heeft het héél goed gedaan. Maar Tim Lips werd vorig jaar tweede en ik zesde. En het jaar daarvoor werd ik Nederlands kampioen met een zesde plek.”

Wat betekent niet-plaatsen voor de eventingsport in ons land?
„Springen en dressuur zijn in Nederland ontzettend populair, omdat we daar Olympische medailles in hebben gewonnen. Eventing is minder bekend en juist daarom is het zo belangrijk dat je een team hebt op de Olympische Spelen. Dat geeft exposure, dan leren mensen deze mooie sport kennen en komt er meer geld. Het is een beetje het verhaal van de kip en het ei.”

De deur naar de Olympische Spelen staat nog op een kier?
„Inderdaad, er is een héle kleine kier. Tim Lips gaat waarschijnlijk sowieso en misschien kunnen er twee Nederlanders meedoen aan de individuele wedstrijd. Dat hangt af van de ranking aan het eind van het jaar. En àls er twee Nederlandse plaatsen zijn, moet volgend jaar blijken wie er gaan.”

Is er dit weekeinde voor jou een droom in duigen gevallen?
„Je moet realistisch zijn. Je hebt een goed paard nodig. Ik had een aantal goede paarden, maar daarvan zijn er twee weggevallen. ACSI Harry Belafonte rijdt nu met de zoon van de sponsor twee niveau’s lager. Dat gaat goed en daar heb ik vrede mee. ACSI Curacao is zó enthousiast, dat hij zich in augustus heeft geblesseerd. Het betekende dat ik maar op één paard kon wedden: Peter Parker. Dan weet je dat het moeilijk wordt. Eigenlijk moet je er een stuk of drie op niveau hebben.”

Dus je had er in je achterhoofd al rekening mee gehouden?
„Je weet hoe de sport werkt en je loopt al dertig jaar mee. Natuurlijk, je hebt in Rio gereden en je wilt niets liever dan naar Tokyo gaan, maar zoals gezegd: je moet ook realistisch zijn. En ach, Parijs over vijf jaar is ook leuk. Lekker dichtbij!”

Je bent nu 48 jaar, is Parijs een serieuze optie?
„Natuurlijk, als je het juiste paard hebt wel. Dat is het mooie van de paardensport: als je fit blijft kun je het lang blijven doen.”

Maar Nederland heeft nù al moeite om internationaal aan te haken..
„Het niveau van de sport en de hoeveelheid geld zijn internationaal enorm toegenomen. De Japanners hebben een budget van tig miljoen om paarden te kopen. En de Nederlanders… wij verkopen eigenlijk alleen maar paarden. In Boekelo zag je heel veel Nederlandse paarden, die allemaal als jong paard naar het buitenland zijn gegaan. Wij hebben nu een paar veulens gekocht. Paarden kun je niet meer vinden, alles wordt weggekocht. Het is dus heel moeilijk.”

Peter Parker is over vijf jaar te oud. Als je het over Parijs hebt, moet je dus zelf een nieuw paard opleiden?
„Ja, Peter Parker, Harry Belafonte en Curacao hebben wij ook allemaal zelf opgeleid en ik heb nu weer een paar paarden in opleiding. Als je ze zelf moet opleiden, kost dat veel tijd. Dan wordt het lastig als er een kink in de kabel komt, zoals een blessure of een paard wat het niveau toch niet aan kan.”

Je dochter Leida heeft dit jaar meegedaan aan de EK voor junioren. Kunnen jullie in Parijs samen meedoen?
„Theoretisch zou dat kunnen. Maar over vijf jaar is zij pas 19 en dat is eigenlijk nog iets te jong. In Boekelo reed Kris Vervaecke uit België samen met zijn zoon Senne. Dat is natuurlijk fantastisch. Dus wie weet…”

Wat zijn op korte termijn je doelen?
„Dit najaar zijn er nog wat kleine wedstrijden. We gaan aan de slag met jonge paarden. Daarnaast zijn we druk met het scouten van paarden: zien dat we leuke jonge paarden kunnen vinden.”