Bas Koffijberg
Bas Koffijberg archieffoto

Bas Koffijberg (27) gaat niet naar Tokio en stopt met judo: „Frustratie en irritatie overheersen”

Sport

DRONTEN - Vier judoka’s uit Dronten stapten twee jaar geleden in het Olympische traject van de Judobond. Zij gingen fulltime trainen op sportcentrum Papendal. Iris Iwema en Arthur Heeres zijn inmiddels gestopt wegens blessures, Roy Koffijberg zette er een punt achter na een meningsverschil met de bond. En na morgen stopt ook Bas Koffijberg (27) met topjudo. De voormalige Nederlands kampioen vindt dat de Judobond hem geen eerlijke kans heeft gegeven.

We hebben begrepen dat je vóór 31 december een beslissing moest nemen of je doorgaat. Is dat besluit al gevallen?
Bas Koffijberg: „Die beslissing heb ik inderdaad genomen. Ik ga stoppen per 31 december.”

Wil je vertellen waarom?
„De judobond heeft geen vertrouwen meer in mij en heeft dat ook tegen mij gezegd. Ik krijg niet meer de toernooien die ik zou willen hebben om de Olympische Spelen te halen. De kans op Tokio is niet meer aanwezig.”

Die Olympische Spelen waren voor jou het absolute doel?
„Toen ik aan dit avontuur op Papendal begon, heb ik tegen mezelf gezegd: ik mòet de Olympische Spelen van 2020 halen. Haal ik die niet, dan stop ik hoe dan ook. Ik ben nu 27 jaar, tijdens de Olympische Spelen ben ik 28. Om me dan nog een cyclus van vier jaar volledig te richten op het judo… Dan moet je naar jezelf kijken en dan moet ik eerlijk zijn: zoveel rek zit er niet meer in. Daarom hebben zowel de Judobond als ikzelf besloten het contract niet te verlengen.”

Ik proef ook wat ongenoegen richting Judobond.
„De manier waarom de Judobond het laatste anderhalf jaar met mij is omgegaan, dat heeft bij mij tot enorm veel twijfels en irritatie geleid. Er zijn dingen geroepen en beloofd, die ik uiteindelijk niet gekregen heb. Dus ik had inderdaad op een ander einde gehoopt.”

Er zijn beloftes niet waargemaakt?
„Er is gezegd dat de toernooien eerlijk zouden worden verdeeld tussen Roy, Tornike en mij (Roy Koffijberg, Tornike Tsjakadoea en Bas zijn de drie Nederlandse topjudoka’s in de klasse tot 60 kilogram - red.). Maar de toernooi zijn allemaal naar Tornike en Roy gegaan. Ik werd zoet gehouden met de mededeling: maak je geen zorgen, jij krijgt ook een kans. Op de momenten dat de toernooien verdeeld werden, kreeg ik vervolgens doodleuk te horen dat ik niks kreeg. Dat is bij mij in het verkeerde keelgat geschoten.”

Is het zo dat de bond eigenlijk al lang heeft gekozen voor Tornike?
„Ja.”

En dat werd jou anders voorgeschoteld?
„Laat ik voorop stellen: Tornike doet het goed en dat hij mag gaan, daar heb ik geen problemen mee. Alleen… als ik naar mezelf kijk, vind ik niet dat ik van de Judobond een eerlijke kans heb gehad om me op hetzelfde niveau te meten als Tornike en Roy.”

Hoe belangrijk zijn die toernooien?
„Ze zeggen: Bas, jij hebt niet genoeg punten. Maar ik heb dus nooit een kans gehad om punten te halen. Als je start op een Grand Prix, zoals Roy en Tornike hebben gedaan, dan krijg je al meer punten dan als ik aan een World Cup win. Dan hoef je nog niets te presteren, dan hoef je alleen maar op de mat te staan. Natuurlijk heb ik kansen gehad, maar nooit op hetzelfde niveau als Tornike en Roy. Ik heb me nooit kunnen meten op het allerhoogste niveau.”

Jullie zijn vanuit Dronten met z’n vieren begonnen op Papendal. Daar is er nu niemand meer van over. Is dat toeval of zit daar een lijn in?
„Als je aan een traject richting Olympische Spelen begint, dan weet je dat het maar voor een paar mensen is weggelegd. In elke gewichtsklasse kan maar één persoon gaan, dus de kans is klein. Iris en Arthur hebben door blessures het plezier in judo verloren. Bij Roy ging het om een verschil in visie met de judobond en tegen mij is gezegd: we hebben geen vertrouwen meer in jou.”

Wat ga je nu doen?
„Ik kan niet op Papendal blijven wonen. Ik ben in Dronten op zoek naar een woning en ben op zoek naar ander werk. Ik geef judoclinics. Dat is heel leuk, maar dat geeft niet de zekerheid op een vast inkomen. Ik ben aan het solliciteren als sportinstructeur.”

Hoe kijk je terug op het hele avontuur?
„Eerlijk gezegd kan ik er weinig positieve dingen uit halen. De frustratie en irritatie over hoe het de laatste anderhalf jaar is gelopen overheerst. Vooral over hoe makkelijk ik opzij ben geschoven. Ik weet het: de topsportwereld is keihard, maar dat vreet wel aan me.”

Het is al met al een somber verhaal. Kunnen we het toch nog een beetje positief afsluiten?
„Je carrière wordt niet door jezelf beëindigd, maar door de Judobond. Dat is niet leuk en dus kan ik op dit moment moeilijk genieten. Ik zit nog op Papendal en fungeer momenteel als sparringpartner. Ik ben een topsporter, ik wil de beste zijn en dan is het lastig als je een beetje voor spek en bonen meedoet. Het gaat op zich goed met me, maar verder is er even niks positiefs te melden. Ik wilde het allerhoogste bereiken en de teleurstelling dat het niet is gelukt overheerst. Als ik straks hier weg ben, kan ik het misschien beter een plek geven en terugkijken op een hele mooie carrière en mooie momenten.”