Vrijbuiters ver gevorderd met nieuw clubhuis: „Als het aan ons ligt staat het er morgen”
SportDRONTEN - Honk- en softbalvereniging De Vrijbuiters hoopt nog vóór de zomer een tijdelijk clubhuis in gebruik te kunnen nemen. Dat onderkomen moet worden gebouwd in een verre hoek van het honkbalveld aan de Educalaan. Het huidige clubhuis wordt in april gesloopt.
De Vrijbuiters hebben bij de gemeente een bouwvergunning en een subsidie aangevraagd. De gemeente wil in principe meewerken, maar de subsidie moet nog wel door de gemeenteraad worden goedgekeurd.
De Vrijbuiters zijn momenteel samen met Onderwatersportvereniging Dronten gehuisvest in het onderkomen van het voormalige buitenzwembad. Nu eind deze week het nieuwe zwembad in gebruik wordt genomen, worden de oude gebouwen in april gesloopt.
Geschakelde units
De vereniging heeft een plan ingediend om in plaats daarvan enkele geschakelde units te mogen plaatsen. Het tijdelijke karakter heeft te maken met de sterke groei van De Vrijbuiters. De club bestaat zes jaar en heeft vijf en binnenkort waarschijnlijk zelfs zeven teams.
Voorzitter Sven Kramer denkt dat zijn club over enkele jaren misschien niet meer genoeg heeft aan één veld. Met het oog op een toekomstige verhuizing wil hij nu geen definitief en duur onderkomen laten bouwen.
De club kiest daarom voor een bouwvergunning voor tien jaar. Het clubgebouw moet 12 bij 6 meter worden met een kantine, kleedkamers, douches en toiletten.
60.000 euro
De kosten bedragen bijna 60.000 euro. De honk- en softbalclub heeft een beroep gedaan op de regeling van de gemeente, waarbij voor sportaccommodaties de helft van het bedrag wordt gesubsidieerd.
„Als het aan ons ligt staat het er morgen”, lacht Sven Kramer, „Maar dat is niet realistisch. Voordat het door de gemeenteraad is, ben je zo al een week of acht verder. We hopen dat we het vóór de zomer kunnen realiseren.”
De club is nog op zoek naar een tussenoplossing voor de periode tussen de sloop van het huidige en de opening van het nieuwe clubhuis: „Daarover zijn we in gesprek met de gemeente.”
