Inge Rook (li.) ontvangt mondkapjes van Tandartspraktijk Dronten.
Inge Rook (li.) ontvangt mondkapjes van Tandartspraktijk Dronten. eigen foto

Geen bezoek in Wilgenhuis: „Het is voor de mensen héél stil, ze zijn er verdrietig om”

Algemeen

DRONTEN - In het Wilgenhuis wonen 23 mensen met geheugenproblemen. Sinds gisteren mogen zij geen bezoek meer ontvangen. Inge Rook is verzorgende in het nieuwe huis aan de Wilgenstraat. „Het is voor de mensen héél stil, ze zijn er verdrietig om”, zegt zij op de eerste dag van de nieuwe maatregel.

Begrijpen jullie bewoners wat er aan de hand is.
Inge Rook: „De een begrijpt het goed, de ander snapt niet wat er aan de hand is. Maar gelukkig ervaren we vanuit de buitenwereld heel veel steun.”

Op wat voor manieren krijgen jullie steun?
„Er komen mensen bewust langs het huis lopen. Die blijven even staan om naar de bewoners te zwaaien. Er zijn kinderen die tekeningen maken en bij ons door de brievenbus gooien. We krijgen kaartjes van mensen die helemaal geen connectie met bewoners hebben.”

Hoe verloopt het contact tussen de bewoners en hun partners en familieleden?
„Dat is natuurlijk heel moeilijk als je niet mag komen en je hebt geen uitzicht op hoe lang het gaat duren. Er wordt veel gebeld, we proberen te facetimen.”

Komen familieleden ook al voor het raam?
„Ja hoor dat is al een paar keer gebeurd en ik denk dat het in de toekomst vaker gaat gebeuren. Dan ben je toch even iets dichterbij, je ziet elkaar en tegelijkertijd praat je met elkaar door de telefoon. Zo is er toch wat contact.”

Ik neem aan dat veel van jullie bewoners niet bekend zijn met technieken als facetime.
„Daar moeten wij ze inderdaad bij helpen, dat is een taak die wij er bij krijgen. Als het goed is krijgen we binnenkort wel wat tablets.”

Jullie krijgen er sowieso de taken bij die anders door familieleden werden gedaan?
„Ja, sommige mensen kwamen iedere dag langs. Die gaven hun partner wat te eten of te drinken, zetten de haren in de krullers. Allemaal kleine dingen, maar als je ze bij elkaar optelt gaf ons dat veel tijd om wat anders te doen. We hebben er dus wat taken bijgekregen, ook omdat de mensen soms verdrietig zijn. Ze missen hun dierbaren en daar moet je tijd en aandacht aan besteden. Aan de andere kant: er komt niemand meer binnen en dat geeft ook weer wat rust in huis.”

Hoe gaat het met jullie als zorgverleners?
„Het is voor ons best lastig, vooral door de onzekerheid over hoe lang het gaat duren. En ook: wat gaat er nog komen?”

Zijn jullie nog wel compleet of is er uitval doordat collega’s ziek zijn?
„Er zijn er inderdaad een paar die niet ziek zijn, maar uit voorzorg thuis blijven. Op die manier hopen we het zo lang mogelijk buiten de deur te houden. De bewoners zijn gelukkig allemaal gezond.”

Hoe ervaar je de hele situatie?
„Het is net alsof we in een slechte film zitten, maar dat geldt voor iedereen.”

Voor jullie als zorgverleners geldt dat waarschijnlijk nog sterker.
„Je wilt graag dat de mensen het goed hebben. We zijn zorgmensen, we kunnen ons inleven en we leven extra met de mensen mee. Dat maakt het af en toe wel lastig, vooral omdat je niet weet hoe lang je hier nog binnen zit met de mensen.”

Ik zag dat jullie mondkapjes hebben gekregen.
„Ja, net zoals iedereen hebben wij daar een tekort aan. En dan is het fantastisch dat er zomaar iemand langs komt om iets te brengen. Mensen denken echt mee. Ze bellen, komen langs om even te zwaaien. Het zijn vaak kleine dingen, maar het is fijn dat je merkt dat iedereen meeleeft. Fantastisch!”

Coronavirus