Noek Pouw
Noek Pouw eigen foto OFW

Nieuwe OFW-directeur start in bijzondere periode: „We gaan het gewoon dòen met elkaar”

Algemeen

DRONTEN - Directeur Truus Sweringa heeft na 23 jaar afscheid genomen van Oost Flevoland Woondiensten. Ze heeft middenin de crisis de deur van een leeg kantoor achter zich dichtgetrokken. Ook de start van haar opvolger Noek Pouw was bizar. Hij meldde zich op 1 april op een eveneens verlaten kantoor.

Hoe ervaart u de huidige situatie?
Noek Pouw: „Bijzonder, in alle opzichten. Bij de nieuwjaarslunch heb ik de meeste collega’s al ontmoet. Dat is achteraf heel fijn. Maar naarmate de dag dat ik zou beginnen dichterbij kwam, werd duidelijker dat ik niemand ging zien. Heel gek.”

Wat kan een nieuwe directeur op zo’n moment doen?
„Het is echt zoeken. Hoe leg je contacten? Hoe werk je samen met het managementteam? Tegelijkertijd zijn er medewerkers onder soms hele spannende omstandigheden hard aan het werk. Voor die medewerkers wil je er zijn, maar eigenlijk kùn je er niet zijn. Ik heb meteen met wat collega-directeuren gebeld en gevraagd: hoe vul jij je tijd in, waar kun je het verschil maken?”

En wat is het antwoord? Hoe kun je in deze tijd het verschil maken?
„Het biedt een unieke kans om iedereen persoonlijk te spreken en daar echt de tijd voor te nemen. Ik ben mensen in blokken van drie kwartier aan het bellen. Het blijft gek, maar toch: die één-op-ééngesprekken zijn heel bijzonder en waardevol.”

Tegelijkertijd moeten er natuurlijk beslissingen worden genomen.
„Dat klopt. We hebben meteen een systeem van videovergaderen live gekregen. En we hebben een soort coronateam ingericht om de zaken te coördineren en de rollen te verdelen.”

Externe contacten zijn nu even minder belangrijk?
„Het liefst was ik meteen op de fiets gesprongen om kennis te maken met de wethouder, ik had zin om met onderhoudsmonteurs op pad te gaan, met de buurtbeheerder de wijk in. Maar dat kan allemaal niet. We moeten het bedrijf op een rustige en goede manier runnen, dat gaat nu even voor; samen met de zorg voor de medewerkers.”

Hoe gaat het met die medewerkers?
„Je bent op afstand bezig met zaken als: hoe hou je elkaar vast, hoe hou je de groep bij elkaar, hoe hou je het gezellig, hoe hou je de energie erin? De één heeft het nog steeds druk, anderen kunnen juist niet zoveel doen en die voelen zich daar niet prettig bij. Het is een hele kleine wereld, ik ben momenteel heel erg gericht op het eigen bedrijf en de eigen mensen. Alles daarbuiten staat in de ijskast. En het gekke is: je weet niet voor hoe lang.”

Zijn er coronagevallen onder het personeel?
„Er zijn wel wat medewerkers preventief thuis gebleven en wat mensen die vanwege verkoudheid thuis zitten. Maar er zijn nog geen geconstateerde besmettingen. Hopen dat het zo blijft.”

Wat kunnen jullie als OFW nog doen en wat niet?
„Wij nemen vragen van huurders nog gewoon aan. Ook de vragen uit de wijken nemen we in principe aan. En wij doen het noodzakelijke onderhoud, dus zaken als lekkages, gaslekken. Daar gaan wij op af, tenzij de veiligheid niet kan worden gegarandeerd. Verder doen we nog steeds inspecties bij nieuwe verhuringen. Uitgangspunt bij alles wat doorgaat is, dat de gezondheid van de medewerker niet in gevaar mag komen.”

Zijn er concrete problemen waar jullie op stuiten?
„Er hebben zich wat huurders gemeld met financiële problemen. Dat valt op zich nog best mee, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er niets aan de hand is. Als mensen die altijd trouw betalen nu opeens een huurachterstand opbouwen, gaan we ze bellen. Zodat we dat vroegtijdig in beeld krijgen. Daarover is overleg met Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland. Een enkele huurder van een bedrijfspand heeft gezegd: dit moet niet te lang duren, want dan red ik het niet meer. Ook daarover zijn we aan het nadenken.”

Ik begrijp dat veel studenten de huur opzeggen?
„Ja. En dat levert veel extra werk op voor ons èn voor de studenten, zeker als ze straks weer een nieuwe kamer willen. Daarom zijn we aan het kijken of we daar iets aan kunnen doen. Misschien kunnen wij ze wat tegemoet komen in de huur, zodat zij hun kamer kunnen behouden.”

Vat de huidige situatie eens samen.
„Ik merk dat iedereen de schouders eronder zet. Mensen die thuis zitten, vragen voortdurend wat ze nog kunnen doen. Ik zie dat er ook wel wat moois uit komt. Iets van: ‘we gaan het gewoon dòen met elkaar’. We pakken veel zaken op. Dat heeft me heel erg verrast.”

Coronavirus