Nathalie de Jong-Ritsema
Nathalie de Jong-Ritsema

Beautiful Change bekijkt het van de zonnige kant: „Maar het blijft een financiële strop”

Biddinghuizen

BIDDINGHUIZEN - De kapsalons zijn nu al een maand gesloten. En het eind is nog niet in zicht. Nathalie de Jong-Ritsema van Beautiful Change uit Biddinghuizen verhult niet dat het zwaar is. Uiteindelijk is haar bedrijf nog relatief jong en heeft ze vijf kapsters in dienst. Toch probeert ze het van de zonnige kant te bekijken.

Wat vind je ervan dat je nog steeds niet open mag?
Nathalie de Jong: „Ik wil er best wat over zeggen, als het maar geen heel negatief verhaal wordt! Ik ben juist iemand die het positieve wil benadrukken. Hoe vervelend de situatie ook is, we moeten er het beste van maken. Zo zijn wij bijvoorbeeld erg bezig met het ontwikkelen van onszelf door middel van online trainingen. We zijn druk om straks helemaal up to date te zijn als we weer van start kunnen gaan. We proberen onze tijd zo goed mogelijk te benutten.”

Wat had je gisteren verwacht van de persconferentie van Mark Rutte?
„Ik had gehoopt dat het voor onze branche positiever zou uitpakken, dus ik was eigenlijk wel verbaasd. Alhoewel ik ook wel begrijp dat ze eerst voor de scholen kiezen.”

Wat dacht je toen je hoorde wat het betekent voor jouw branche?
„Ik zal niet meteen de woorden gebruiken die op m’n tong liggen. Laat ik het zo zeggen: ik vind het een héle vervelende situatie. Natuurlijk staat gezondheid voorop en de overheid neemt vast goede besluiten. Alleen vind ik dat wij met goede voorzorgsmaatregelen best weer aan het werk kunnen.”

Hoe groot is de strop?
„Best groot. Ga maar na: ik heb vijf personeelsleden. Volgende maand moet het vakantiegeld uitbetaald worden, dat gaat allemaal gewoon door. Al die regelingen klinken heel mooi, alleen ik heb nog geen euro gezien. Gelukkig heb ik een gezond bedrijf, maar het blijft een financiële strop, zeker als je bedenkt dat ik pas 3,5 jaar geleden ben begonnen. Het enige dat ik nu eigenlijk nog kan doen is het verkopen van uitgroeisets.”

Ik heb wel de indruk dat er keurig gekapte mensen over straat lopen…
„Dat is inderdaad wat mij ook dwars zit. Ik heb een kapsalon, ik kan niks, ik mag niks. Dan verbaast het mij ook dat je geknipte mensen ziet.”

Jij hebt de indruk dat thuiskappers gewoon doorgaan?
„Of het nou thuiskappers of zwartwerkers zijn, dat weet ik niet. Ik heb een kapsalon, bij mij moet de deur op slot. Ik kan geen euro verdienen en dan is het oneerlijk als anderen hun vak wel uitoefenen. Daar heb ik moeite mee, daar ben ik eerlijk in.”

Had jij al nagedacht over mogelijkheden om weer open te gaan?
„Natuurlijk, we hadden allerlei maatregelen bedacht. In onze zaak kunnen we bijvoorbeeld zelfs met vier kapsters zonder moeite anderhalve meter afstand bewaren. Toch leek me dat niet netjes, want als er ook nog eens vier klanten zijn, ben je meteen met z’n achten. Daarom wilde ik met twee kapsters beginnen.”

Was dat de enige maatregel?
„Nee hoor, ik wilde ook met een glasscherm werken, mensen hadden buiten moeten wachten, we wilden wegwerpkapmantels gebruiken, we wilden vragen thuis alvast het haar te wassen en we wilden alleen knipbehandelingen doen. Ook wilden we ouders vragen om buiten te wachten op hun kind.”

En hoe dood je nu de tijd?
„Zoals gezegd: we doen heel veel trainingen. Verder heb ik een zoontje van negen maanden en iedereen zegt: geniet dáár nou van! Zo is het ook, we moeten het maar naar het positieve draaien.”