Dop Huisman schept de sneeuw van de oude dragline.
Dop Huisman schept de sneeuw van de oude dragline. eigen foto

MEC-museum apetrots op verroeste dragline: „Uniek stukje historie van de polder”

Algemeen

DRONTEN - Bij het ontginnen van de Flevopolder kon het zomaar gebeuren dat werktuigen volledig wegzakten in de drassige bodem. Het overkwam Jan Vaandring een dikke vijftig jaar geleden. Bij hem ging het om een voor die tijd loodzware dragline. Jarenlang lag dat gevaarte onder de grond in de omgeving van Almere. Sinds kort is hij te bewonderen bij het MEC-museum aan de Dronterweg.

Draglines zijn de voorlopers van de huidige hydraulische graafmachines. Deze bewuste dragline was eigendom van de Gebr. van de Wiel uit Biddinghuizen en het wegzakken was indertijd groot nieuws. De grondverzetmachinist uit IJsselmuiden gleed met de dragline van de schotten af, kon zichzelf in veiligheid brengen, maar zag het bakbeest langzaam maar zeker verdwijnen.

Blubber

Jaren later vertelde Vaandring in een interview dat hij nooit in paniek was geraakt: „Je zakte wel eens vaker een eindje weg. Dat kwam altijd wel weer goed. Dit keer bleef het zakken doorgaan. Eerst verdwenen de draglineschotten helemaal in de blubber, vervolgens de rupsen en tenslotte moest ik op het dak van de cabine klimmen om de klompen uit de prut te houden.”

„Het duurde bij elkaar wel een half uur. Ik was blij dat ze me vanaf de dijk om hulp zagen zwaaien”, aldus de machinist. Hij moest vervolgens aan zijn baas vertellen dat diens machine van ongeveer 100.000 gulden spontaan verdwenen was. Vaandring werd niets verweten. „Geen machinist ter wereld zou hebben vermoed dat hij daar op pap zou rijden”, aldus een verslag in de krant.

Bergingen

Het ging om een Insley met een gewicht van 15 ton. Het was in die tijd de grootste kraan die voorhanden was. Er omheen was de grond al even zacht en dus was het onmogelijk om ‘m te bergen.

Na paar jaar werd toch een poging ondernomen. Vanaf de dijk werd de machine zo’n honderd meter door de modder getrokken. Op dat moment braken de kabels, zakte ook de giek weg en zat er niets anders op dan de dragline prijs te geven.

Een zwerfkei

Vijfentwintig jaar later werd er ter plekke een ecologische waterverbinding gegraven. De machinist van een graafmachine dacht op een zwerfkei te stuiten. Tot er olie opborrelde en er een cabinedak tevoorschijn kwam. Niemand had ooit meer aan die dragline gedacht.

Uit milieu-overwegingen werd de dragline alsnog geborgen en naar het Nieuw Land-museum gebracht. Daar heeft hij jarenlang bij een collectie werktuigen uit de polderhistorie gestaan. Uiteindelijk kon het erfgoedcentrum in Lelystad er niets meer mee en na jarenlang verpieteren in de opslag, heeft het museum de dragline nu van de hand gedaan.

Veelbesproken

Dop Huisman van het Mechanisch Erfgoed Centrum (MEC) is er blij mee. „Het is één van de meest besproken kranen van Flevoland, er is heel veel informatie over te vinden. Het is gewoon een mooi verhaal en het is leuk dat het publiek ‘m nu weer kan bekijken.”

De eigenaar van het MEC-museum lacht als we vragen of het eigenlijk een lading oud ijzer is. „Natuurlijk is het een bonk roest. Maar aan de andere kant: wat mij betreft is hij mooi van lelijkheid.”

„We gaan hem statisch tentoonstellen. Op zich is het helemaal niet zo moeilijk om hem te restaureren. Alleen kost dat een hoop geld en dan is ook het verhaal weg. Het gaat juist om het verhaal dat hij is weggezakt in de polder en helemaal verfrommeld is toen ze hem door de klei trokken.”