De rups van de teunisbloempijlstaart.
De rups van de teunisbloempijlstaart. Niels Kimpel

Na eerste vondst in Dronten zoekt Landschapsbeheer meer rupsen met gele stip

Algemeen

DRONTEN - In Dronten is vorig jaar voor ’t eerst een rups van de teunisbloempijlstaart gesignaleerd. Een jaar eerder werd er eentje aangetroffen in Almere en inmiddels is er ook een gevonden in Lelystad. Landschapsbeheer Flevoland roept op om waarnemingen van deze rups te melden.

De bruin gestreepte rups is opvallend groot en heeft een gele stip met een zwarte rand op zijn achterlijf. De rups wordt vooral aangetroffen in de teunisbloem, wilgenroosje, basterdwederik of kattenstaart.

Bezig aan opmars

De teunisbloempijlstaart is een bijzondere en zeldzame nachtvlinder. De groene vlinder vliegt in mei en juni in de schemering.

„Deze nachtvlinder legt eitjes op planten waar de rupsen graag van eten (waardplanten)”, aldus Landschapsbeheer, „Eerst zijn de rupsen heel klein, maar door veel te eten groeien ze snel. Daarom is juli een goede maand om te zoeken; de rupsen zijn nu redelijk groot en goed te vinden. De rups verpopt zich op de grond en overwintert verstopt in het strooisel.”

In Nederland komen meer soorten pijlstaartvlinders voor. De familienaam hebben zij te danken aan het feit dat zij als rups een ‘staartje’ hebben op het uiteinde van hun lichaam. De teunisbloempijlstaart is de enige uitzondering; het staartje ontbreekt bij deze soort. In plaats daarvan heeft hij die opvallende, gele stip op zijn achterlijf.

Meldingen