Meer dan honderd aanmeldingen voor één studentenkamer: „Het is heel lastig”
AlgemeenDRONTEN - De kamernood in Dronten is hét gespreksonderwerp onder eerstejaars studenten aan Aeres Hogeschool Dronten. „Deze week was er een kamer vrij, maar binnen een paar uur waren er meer dan honderd aanmeldingen”, klaagt Etiënne Bruggeman, „Dan is de kans dat jij er wordt uitgepikt wel héél klein.”
Etiënne komt uit Mariënheem in Salland. Op en neer reizen gaat op zich wel, maar ‘t liefst gaat hij op kamers. „Er is een groot tekort, dat maakt het lastig”, ervaart hij.
Op de camping
Voor Luuk Fox is forensen niet te doen. Hij komt uit Lattrop, op steenworp afstand van de Duitse grens. En dus zit hij tijdelijk op de camping in Dronten. „Het is moeilijk, want door corona doen heel veel studenten het eerste jaar over. Normaal is er veel meer doorstroming.”
Robert Koops zit in de organisatie van de introductieweek. Als ouderejaars is hij gesetteld in Dronten. Van de nieuwkomers hoort hij dat veel van hen een kamer zoeken. „Dat is een dingetje inderdaad. Eigenlijk moeten er in Dronten heel wat kamers bijkomen.”
Ook Robert noemt corona als belangrijkste reden voor de huidige kamernood: „Veel studenten hebben studievertraging opgelopen, dus het hoopt zich op. Het aantal studenten wordt groter en het aantal kamers kleiner, Het kamertekort is écht een probleem in Dronten.”
Gewoon op tijd zijn
Iris Schoenaker uit Hummelo in de Achterhoek heeft een kamer op de campus. „Ik heb geluk gehad”, glundert ze, „Ik wist al twee jaar dat ik hier naartoe wilde en ik stond sinds januari ingeschreven. Anderen hebben zich pas in mei ingeschreven. Ja… dan ben je gewoon te laat.”
Xanne van der Steen uit Steenbergen in Brabant heeft dezelfde ervaring: „Ik heb een kamer op de campus. Gewoon op tijd zijn, zo moeilijk is dat niet.”
Heel lastig
Jeroen Sterenberg uit Uithuizermeeden ten noorden van Groningen is eveneens onderdak: „Al heb ik nog niet een ‘echte’ kamer, ik zit bij iemand in de kost. Voorlopig zit ik goed.” Dat geldt ook voor Ilse Schiebergen: „Door de week woon ik in Zeewolde op een boerderij en in de weekeinden zit ik in Numansdorp in de Hoeksche Waard.”
Voor Merije Wesseling is het meer dan twee uur rijden vanuit Vlagtwedde en zij is dan ook naarstig op zoek: „Het is echt heel lastig, ik denk dat ongeveer de helft van de eerstejaars nog geen kamer heeft.”
Op en neer reizen
Dionne Kruithof laat het op zich afkomen: „Ik woon in IJsselstein, dat is wel te doen. Eerst maar eens kijken hoe het gaat.” Ook Laura Engberts uit Rijssen rijdt voorlopig op en neer: „Het is een flink stuk, maar het gaat wel.”
Matthijs Lubbers uit Nieuw-Dordrecht - in de buurt van Emmen - is daarentegen ijverig op jacht en constateert dat hij niet de enige is: „Voorlopig slaap ik bij een kameraad. Die had nog plek vrij.”
