Voor kerken gelden bij behandeling transgender speciale regels

DRONTEN - Zowel in het Burgerlijk Wetboek als in de Algemene Wet Gelijke Behandeling gelden voor de kerken speciale regels. Dat meldt Bureau Gelijke Behandeling Flevoland naar aanleiding van de affaire tussen Rhianna Gralike en de RK-kerk.

De Norbertusparochie wil mevrouw Gralike ontslaan als penningmeester omdat zij vroeger man was. Naar aanleiding van de brief van de voorzitter van de parochie, pastoor Hans Boogers, aan de transgender schrijft het Bureau Gelijke Behandeling Flevoland:

'Rechtschapen levenswandel'

,,Het Algemeen Reglement van RK parochies vermeldt dat bestuursleden dienen te beschikken over een vast geloof, een rechtschapen levenswandel en een wijs oordeel. De bisschop, dan wel de kardinaal, kan een bestuurslid om te zijner beoordeling staande redenen ontslaan na de feiten onderzocht te hebben en de betrokkenen gehoord. Wat hier zou kunnen spelen is een verschil van inzicht in wat onder een 'rechtschapen levenswandel' dient te worden verstaan.

Mocht mevrouw Gralike aangifte willen doen dan is het van belang goed te kijken naar de uitzonderingen voor kerkgenootschappen die in het Burgerlijk Wetboek staan vermeld (zie bijlage hieronder). Of gezien deze uitzondering sprake is van een overtreding van artikel 429 quater SR is de vraag, waarover de rechter zich in dat geval zal dienen uit te spreken.

College voor de Rechten van de Mens

Mocht zij een verzoek om een oordeel willen indienen bij het College voor de Rechten van de Mens, dan is de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AWGB) van toepassing. Ook hierin staat een uitzondering voor kerkgenootschappen genoemd (opgenomen in dezelfde bijlage).

Echter, kerkgenootschappen/religieuze organisaties dienen wel consequent te zijn in de manier waarop zij de geboden uitzonderingen hanteren. Het feit dat mevrouw Gralike aanvankelijk is benoemd en vervolgens weer wordt ontslagen, pleit niet voor deze consequente aanpak. Hier zou het College voor de Rechten van de Mens zich mogelijk over kunnen uitspreken.''

Artikel 1 van de Grondwet

Soms beroepen mensen zich ook op Artikel 1 van de Grondwet. Dit artikel is echter in de eerste plaats bedoeld voor het vastleggen van de verhouding overheid-burgers (Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld?) en niet voor de verhouding tussen burgers onderling.

Uitzondering voor kerkgenootschappen in de Algemene Wet Gelijke Behandeling:
Gelijkebehandelingswetgeving.
Artikel 3
Deze wet is niet van toepassing op:
a. ?rechtsverhoudingen binnen kerkgenootschappen alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd, alsmede binnen andere genootschappen op geestelijke grondslag;
b. ?het geestelijk ambt.

Burgerlijk Wetboek
Artikel I
Kerkgenootschappen bezitten rechtspersoonlijkheid. Als rechtspersoon beschikken ze over privileges die andere rechtspersonen niet bezitten. De algemene bepalingen aangaande rechtspersonen gelden niet voor hen. Artikel 2, tweede lid, Boek 2, BW bevat de bepaling die kerkgenootschappen uitzondert voor de werking van de bepalingen van Titel 1 van Boek 2 BW. In hetzelfde lid wordt daarop weer één uitzondering gemaakt. De vermogensrechtelijke gelijkstelling met een natuurlijk persoon van artikel 5, Boek 2, BW is wel van toepassing op kerkgenootschappen. Voorgesteld wordt aan deze ene uitzondering op de uitzondering toe te voegen de vordering tot verbodenverklaring uit artikel 20, Boek 2, BW.