Afbeelding

Pastoor maakt onomwonden duidelijk: transgender niet welkom

Algemeen

DRONTEN - Rhianna Gralike heeft van pastoor Hans Boogers een kopie van de brief ontvangen, die hij heeft gestuurd aan kardinaal Willem Eijk. Daarin staat onomwonden dat de Drontense ontslagen dient te worden als lid van het parochiebestuur omdat zij transgender is.

De pastoor schrijft dat hij tot dit besluit is gekomen, nadat de kardinaal "ernstige redenen had om aan te nemen dat haar benoeming niet had mogen plaatsvinden".

De redactie van DeDrontenaar.nl heeft gisteren contact gezocht met de heer Boogers om een toelichting op de brief te krijgen, doch de pastoor beantwoordt de telefoon niet.

Hieronder de letterlijke tekst van de brief van Hans Boogers, voorzitter van de Norbertusparochie:




Aangetekend/vertrouwelijk
Aan de Aartsbisschop van Utrecht,
Willem Jacobus kardinaal Eijk
Maliebaan 40
3581 CR Utrecht

Dronten, 29 juni 2015

Eminentie

Als pastoor van de Norbertusparochie in Dronten verzoek ik u bij dezen, onder verwijzing naar artikel 30 lid 2 van het Algemeen Reglement voor het Bestuur van een Parochie van de Rooms-Katholieke Kerk in Nederland (hierna: het Algemeen Reglement) om eervol ontslag te verlenen aan mevrouw R.B.M. (Rhianna) Gralike als lid van het parochiebestuur en penningmeester van H. Norbertusparochie. De overige leden van het parochiebestuur zijn van dit verzoek tot ontslag van mevrouw Gralike op de hoogte.

In november 2014 heb ik u een voordracht met de gebruikelijke bijlagen (waaronder de "eigen verklaring" van de kandidaat) toegestuurd voor de benoeming van mevrouw Gralike als lid en penningmeester van de H. Norbertusparochie. U hebt deze voordracht ingewilligd en mevrouw Gralike in uw brief d.d. 1 december 2014 met ingang van 1 januari 2015 benoemd tot penningmeester van het bestuur van de H. Norbertusparochie voor de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2019.

Enkele maanden later, eind maart 2015, werd ik door bisschoppelijk vicaris R.G.W. Cornelissen van het Vicariaat Deventer aangesproken op bovengenoemde voordracht tot benoeming van mevrouw Gralike tot lid en penningmeester van het bestuur van de H. Norbertusparochie. Vicaris Cornelissen wees mij erop dat op internet informatie staat dat mevrouw Gralike vóór haar benoeming een zogenaamde geslachtsveranderende operatie en ingreep had ondergaan en dat zij voordien een man was met de naam Richard Gralike. Sinds de genoemde operatie staat Rhianna Gralike overigens als vrouw geregistreerd in het register van de burgerlijke stand.

Deze informatie over mevrouw Gralike was mij en de andere leden van het parochiebestuur reeds bekend toen de secretaris van het parochiebestuur en ik mevrouw Gralike aan u voordroegen voor de benoeming tot lid en penningmeester van het parochiebestuur. Mevrouw Gralike heeft ook openhartig over haar situatie verteld tijdens de kennismaking met de overige leden van het parochiebestuur. Ook vertelde zij dat zij destijds als man kerkelijk gehuwd was en dat zij nog steeds (gelukkig) gehuwd is met haar echtgenote, dat zij kinderen en kleinkinderen hebben en dat er een goede verstandhouding is met allen.

Zonder nader overleg met u of een van uw naaste medewerkers, heb ik in november 2014 mevrouw Gralike aan u voorgedragen voor de functie van lid en penningmeester van het parochiebestuur. Bovengenoemde informatie over de geslachtsverandering waarvoor mevrouw Gralike heeft gekozen, heb ik noch bij de voordracht noch op enig moment daarna aan u of een van uw naaste medewerkers meegedeeld. Overigens heb ik dat toen te goeder trouw niet gedaan, omdat ik toen nog niet wist wat ik inmiddels wel weet, namelijk dat dat het feit dat mevrouw Gralike destijds ervoor heeft gekozen om een geslachtsveranderende operatie te ondergaan volgens de leer van de Kerk en het kerkelijk recht een objectieve belemmering was en is om conform het Algemeen Reglement van een parochiebestuur door u te worden benoemd.

Op uw verzoek heb ik op 8 april 2015 mevrouw Gralike thuis bezocht en haar meegedeeld dat u ernstige redenen had om aan te nemen dat haar benoeming door u als lid en penningmeester van het parochiebestuur niet had mogen plaatsvinden, gelet op de informatie die u eind 2015 had gekregen over de geslachtsveranderende operatie die zij heeft ondergaan. Deze mededeling kwam voor mevrouw Gralike onverwacht en greep haar emotioneel zeer aan. Nadat zij enigszins van haar emoties was bekomen, heb ik vervolgens opnieuw gesprekken gevoerd met mevrouw Gralike en wel op 11 april, 18 april en 17 mei jl., onder meer met als doel nadere informatie te verkrijgen over de medische geschiedenis van mevrouw Gralike en de geslachtsveranderende operatie die zij heeft ondergaan, teneinde te kunnen vaststellen of die huidige levensstaat van mevrouw Gralike al dan niet overeenstemt met wat de Kerk leert. Ook heb ik tijdens deze gesprekken mevrouw Gralike in ernstige overweging gegeven om zelf haar ontslag aan te bieden.

Tijdens de bovengenoemde gesprekken heeft mevrouw Gralike mij nader geïnformeerd over haar medische geschiedenis en over haar besluit om bovengenoemde geslachtsveranderende operatie te ondergaan. Zij heeft verklaard dat zij vanaf haar geboorte is opgevoed als meisje en dat zij in haar eerste levensjaren ook als zodanig door haar ouders werd opgevoed en aangekleed, zoals foto's zichtbaar maken. Ook verklaarde zij dat er bij haar sprake is van een genetische aandoening, het syndroon van Klinefelter (47XXY chromosoom). Daardoor manifesteerden zich, naarmate zij als kind opgroeide, steeds meer mannelijke lichaamskenmerken. Om die reden besloten haar ouders op een gegeven moment om haar verder op te voeden als jongen. Qua uiterlijke kenmerken ging zij als een jongen met de naam Richard door het leven maar zij voelde zich een meisje. Desalniettemin sloot zij 35 jaar geleden een kerkelijk huwelijk met haar huidige echtgenote. Haar uiteindelijke beslissing, enkele jaren geleden, om als gehuwde man een traject van geslachtsveranderende operaties te ondergaan, beantwoordt, zoals zij zelf heeft verklaard, aan een diep en intens beleefd weten en gevoel.

Mevrouw Gralike heeft tijdens de bovengenoemde gesprekken verklaard dat zij haar benoeming door u als lid en penningmeester van ons parochiebestuur destijds heeft ervaren als een bevestiging en erkenning door de Kerk van wie zij lid is. Dat haar benoeming als lid van het parochiebestuur nu ter discussie staat, doet haar veel pijn en verdriet. Voorts verklaarde mevrouw Gralike tijdens de gesprekken dat zij op het "formulier tot voordracht van een bestuurslid van een parochie" d.d. 18 november 2014 naar eer en geweten heeft verklaard dat zij "praktiserend rooms-katholiek is, de leer van de Kerk onderschrijft en een levensstaat voert die daarmee overeenstemt". Zij wilde ook daarom na rijp beraad niet ingaan op het voorstel dat ik haar heb gedaan om aan u haar ontslag als penningmeester aan te bieden. Mevrouw Gralike heeft in de gesprekken met mij duidelijk te kennen gegeven dat zij, hoewel het niet haar bedoeling is om ook maar iemand in de Kerk te kwetsen, tegen haar ontslag als lid en penningmeester van het parochiebestuur zeker in bezwaar en beroep zal gaan, omdat zij een eventueel ontslag onrechtvaardig vindt en beschouwt als een miskenning van haar persoon en integriteit.

Ik heb tijdens de gesprekken met mevrouw Gralike mijn oprechte excuses aangeboden voor het feit dat ik haar in november 2014 aan u heb voorgedragen voor een benoeming tot lid en penningmeester van het parochiebestuur op basis van - naar mij inmiddels is gebleken - wezenlijk onvolledige informatie omtrent haar persoon en medische geschiedenis. Daardoor heb ik, naar nu pijnlijk genoeg blijkt, bij haar de onjuiste verwachting gewekt dat haar benoeming als parochiebestuurslid ook van de zijde van de Kerk een bevestiging was van haar levensweg en de keuze die zij heeft gemaakt tot het ondergaan van een traject van geslachtsveranderende operaties.

Het spijt mij dan ook dat ik in november 2014 mevrouw Gralike bij u als kandidaat-bestuurslid van de parochie heb voorgedragen zonder u vooraf te informeren en/of te raadplegen over informatie waarover ik toen reeds beschikte en die - naar mij nu is gebleken - zo wezenlijk was dat ik u die bij de voordracht had moeten geven om u in staat te stellen op de voordracht te besluiten overeenkomstig de leer van de Kerk en het kerkelijk recht.

Inmiddels heb ik mij beraden op de medische en ethische aspecten van wat mevrouw Gralike mij in bovengenoemde gesprekken heeft meegedeeld en heb ik begrepen en ingezien dat mevrouw Gralike, hoewel zij volgens mijn overtuiging in het benoemingstraject steeds te goeder trouw heeft gehandeld, niet kan worden gekwalificeerd als een katholiek met een levensstaat die met de leer van de Kerk en het kerkelijk recht correspondeert.

Op basis van de leer van de Kerk en het kerkelijk recht, in het bijzonder artikel 30 lid 2 van het Algemeen Reglement, verzoek ik u om mevrouw Gralike eervol te ontslaan uit haar functie als lid en penningmeester van het bestuur van de H. Norbertusparochie.

Met hoogachting,

J.F.M. Boogers
Pastoor van de H. Norbertusparochie




Zie het dossier Rhianna Gralike van www.DeDrontenaar.nl.