Bellypainten is persoonlijker dan het schminken van een rij kinderen
CultuurDRONTEN - De senioren kregen vorig jaar voor ’t eerst een eigen middag tijdens de Meerpaaldagen. Dit jaar werd er een middag voor de allerjongsten aan het programma toegevoegd. Zelfs de ongeborenen werden niet vergeten. Constance Becker-Tjabbes gaf in een stil hoekje van de feesttent een demonstratie bellypainten.
Drie zwangere vrouwen hadden zich van tevoren opgegeven om hun buik te laten beschilderen. Rianne Janssen uit Dronten was de derde en laatste. ,,Het is een cadeautje van mijn ouders, m’n moeder heeft me opgegeven”, lacht ze.
Woezel en Pip
Rianne is in verwachting van haar eerste, ze is 31 weken onderweg. ,,Hij kàn komen, maar liever nog niet. De babykamer is in ieder geval klaar, met Woezel en Pip als thema. Daarom laat ik nu ook mijn buik beschilderen in dat thema.”
Gaat het shirt van Rianne vandaag nog naar beneden? ,,Jawel hoor, want ik ga vanavond natuurlijk wel naar het feest”, reageert ze, ,,Maar ik ga er wel voorzichtig mee om.”
Leuker dan schminken
Hoe is Constance bellypainter geworden? ,,Ik ben begonnen met kinderschminken”, antwoordt ze, ,,Degene waar ik de cursus had gevolgd ging ook bellypainten en toen dacht ik: dat is leuk. Het mooie is dat je het schminken kunt combineren met schilderen. Bovendien is het meer één op één, het is wat persoonlijker dan als er een hele rij kinderen staat te wachten.”
De Drontense houdt zich behalve met bellypainten bezig met het maken van geboorteschilderijen en houten naamborden. Het beschilderen van aanstaande moeders doet ze vooral thuis en op afspraak.
Motor en paard gecombineerd
Ze heeft een hele map vol met ideeën voor haar klanten, maar doet ook ‘verzoeknummers’. Wat is tot nu toe de meest bijzondere opdracht geweest? ,,Dat zou ik niet zo gauw niet weten. Ik heb een keer een motor en een paard gecombineerd met de baby erop, dat was wel bijzonder.”
De demonstraties van Constance Becker tijdens de Meerpaaldagen zijn een succes: ,,De reacties zijn positief. Iedereen vindt het leuk.”