Roziena Salihu uit Dronten tijdens haar les in Almere.
Roziena Salihu uit Dronten tijdens haar les in Almere. eigen foto Bibliotheeknetwerk Flevoland

Gesproken-woordartiest Roziena Salihu geeft les: „Ritmisch dichten op een podium”

Cultuur

DRONTEN - Gesproken-woordartiest Roziena Salihu deed de afgelopen periode mee aan het project ‘leesoffensief’ van Bibliotheeknetwerk Flevoland en de Schrijverscentrale. Ze verzorgde een gastles bij scholengemeenschap Echnaton in Almere. „Ik weet niet of de kinderen echt door hadden dat ze met taal bezig waren”, zegt Hellen de Meijer van het bibliotheeknetwerk over de les.

Het leesoffensief bestond uit gastlessen van auteurs en gesproken-woordartiesten bij middelbare scholen in onder andere Dronten.

Nodig plassen

Roziena Salihu verwelkomt de leerlingen van klas A1B van het Echnaton en nodigt ze uit hun naam en een feit uit hun leven te noemen. Zij geeft zelf een voorbeeld: „Jaren geleden was ik bij de Albert Heijn, had een mand vol boodschappen en moest verschrikkelijk nodig plassen. Ik hield het niet meer op en plaste in mijn broek. Mijn mand liet ik midden in de supermarkt staan en vluchtte vol schaamte naar buiten.” De toon is gezet, nu zijn de leerlingen aan de beurt.

Hellen de Meijer vertelt dat er voor Roziena als gastdocent is gekozen onder andere omdat ze uit Dronten komt. Het is immers een Flevolands project.

„Haar lessen zijn interactief, ze staat dicht bij de kinderen, is enthousiast en energiek. De vorige les merkte ik dat de kinderen onder de indruk van haar waren. Ze leren bij Roziena met taal om te gaan en na te denken over belangrijke maatschappelijke onderwerpen. Bij deze lessen is er niet alleen sprake van een lees- ook van een taaloffensief.”

Voordoen

„Let op”, zegt Roziena, „Ik ga een klein stukje voordoen en dan moeten jullie kijken wat er gebeurt. De tekst gaat over de vrouw, meisjes en wat ik ervan vind om een vrouw te zijn.”

Dit is voor de meisjes
achter in de klas
die geloven dat normaal al meer dan gek genoeg was
die geloven dat hoe groot de wereld ook
zij er toch niet in past

Dit is voor de dames op kleine studentenkamers
die op voorhand al staren
naar een glazen plafond
dit is voor de vrouwen in kantoren
die hun keel hard schrapen voor ze starten met praten

Dichttaal

„Wat deed ik net anders dan wanneer ik gewoon praat?” Nog wat verlegen leggen de jongeren voorbeelden op tafel: „Je praatte in dichttaal en rijmde soms. Je had een andere toon, een ritme, je stemgebruik was anders. Je sprak met overtuigingskracht.”

Roziena legt uit wat gesproken woord is: „Ritmisch dichten op een podium. Het is een mixvorm van schrijven en kunstdisciplines. Het ligt in de buurt van rap en er komt theater aan de pas.”

Bij deze dichtvorm gaat het volgens Roziena over thema’s die de schrijver belangrijk vindt: „In mijn werk gaat het onder andere over vrouw zijn, seksisme en racisme. Over thema’s die ik belangrijk en spannend vind ben ik de laatste jaren steeds meer gaan lezen. Op het podium durf ik veel meer te zeggen dan in het gewone leven.”

Een wit dorp

Dan neemt Roziena de leerlingen mee naar haar vroege jeugd in Dronten. In de VPRO-documentaire ‘Fufu met appelmoes’ laat zij zien hoe verwarrend het kan zijn om op te groeien met dubbelbloed in een wit dorp. Zij vraagt zich in de film af welke rol haar vader speelde bij de vorming van haar culturele identiteit.

Na afloop van de film kun je een speld horen vallen in de klas. Roziena verbreekt de stilte en zet de leerlingen aan het werk. Ze mogen in een paar zinnen iets opschrijven over een thema dat hen bezighoudt. De een gaat direct aan de slag de ander staart wezenloos naar het scherm. Ineens zijn ze allemaal aan het schrijven.

Niet vanzelfsprekend

„Ik vind het zo mooi dat Roziena zichzelf durft te zijn en zoveel van zichzelf laat zien”, verzucht de 12-jarige Angelina, „Het is niet vanzelfsprekend wat zij doet.”

De les is afgelopen, applaus voor Roziena. Ook Hellen de Meijer is enthousiast: „De leerlingen waren onder de indruk van het verhaal. Roziena vertelde dat spoken word je een podium geeft waarop je dingen kunt zeggen die je in een normaal gesprek niet uit.”