Marcel Schutteman (links) en Gerard Broekhoff (rechts) tonen hun vuurwerkvoorraad.
Marcel Schutteman (links) en Gerard Broekhoff (rechts) tonen hun vuurwerkvoorraad. Martijn Kramer

„Onze onschuldige en legale vuurwerktraditie wordt afgepakt, dat is toch gek”

Zakelijk

(door Martijn Kramer)

DRONTEN - Door het vuurwerkverbod zien Gerard Broekhoff en Marcel Schutteman familiebedrijf Broekhoff Vuurwerk International langzaam richting de financiële afgrond glijden. De directeur en verkoopleider van Nederlands grootste vuurwerkimporteur begrijpen niet waar het kabinet haar besluit voor een vuurwerkloze oudejaarsavond op heeft gebaseerd. Volgens Schutteman en Broekhoff heeft de vuurwerkbranche haar voortbestaan niet meer in eigen hand en is ruimhartige financiële compensatie van de overheid cruciaal om alle schade te dekken.

Voor Broekhoff en Schutteman kwam het vuurwerkverbod als een donderslag bij heldere hemel. Door het verbod komen veel vuurwerkimporteurs in de problemen. „Marcel kan ik jou vanaf januari misschien in vuurwerkdoosjes gaan betalen?”, vraagt Broekhoff lachend aan Schutteman. „De openhaard blijft er in ieder geval wel van branden’’, antwoordt Schutteman. Ze kunnen beiden nog een dolletje maken, maar hebben hun financiële zorgen en frustraties bij het besluit van de overheid.

Erg teleurgesteld

Schutteman is erg teleurgesteld in de late beslissing van de overheid. „De voortekenen voor de vuurwerkverkoop van oud en nieuw 2020-‘21 waren heel erg goed. Dat hebben we ook al in bijvoorbeeld Amerika gezien. Daar vieren ze op vier juli Independence Day. Dat gaat altijd al gepaard met veel vuurwerk, maar dit jaar steeg de verkoop naar recordhoogte.”

„Door het coronavirus hebben veel mensen een rotjaar gehad. Wij hadden het idee dat veel mensen dit ellendige jaar heel erg graag in beperkte kring wilde wegknallen en met een mooi vuurwerkshowtje 2021 wilde beginnen.’’ Broekhoff zag dan ook dat zijn online webshop druk werd bezocht. „De voorverkoop ging dit jaar echt als een dolle.”

De vuurwerkmarkt maakte zich op voor een recordverkoop, maar begin november besloot het kabinet een landelijk vuurwerkverbod in te voeren. Hierdoor moet het jaarlijks hoge aantal vuurwerkslachtoffers verminderd worden, waardoor extra druk op de door corona al zwaar belaste zorg wordt voorkomen.

Belachelijk besluit

Een belachelijk besluit zo oordelen Broekhoff en Schutteman. „Het probleem ligt niet bij het legale vuurwerk, maar bij het illegale vuurwerk’’, begint Broekhoff. „Het illegale vuurwerk geeft het legale vuurwerk een slechte naam.”

„Het is onmogelijk om bij het afsteken van legaal Nederlands knalvuurwerk zware verwondingen op te lopen. Illegaal vuurwerk is illegaal omdat het verboden is, maar dat verbod werkt niet. Ieder jaar worden er weer miljoenen kilo’s aan illegaal vuurwerk afgestoken.’’

Schutteman vult Broekhoff verder aan. „Sinds het vuurwerkverbod zien we een stijgende lijn in de relschoppers die zich, door illegaal vuurwerk af te steken, tegen dat verbod keren. Er komen weer busjes vol met illegaal vuurwerk ons land binnen, maar onze onschuldige en legale vuurwerktraditie wordt afgepakt, dat is toch gek?’’

Illegaal vuurwerk

Broekhoff en Schutteman begrijpen niet dat voormalig legaal vuurwerk nu wordt verboden en denken dat het vuurwerkprobleem vooral bij het illegale vuurwerk vandaan komt. Toch laten de cijfers van Veiligheid NL het tegendeel zien. Afgelopen jaarwisseling belanden er zo’n 463 mensen door een vuurwerkongeluk op de spoedeisende hulp. Ruim 66% van die personen was het slachtoffer van een ongeluk met legaal vuurwerk. Het besluit van de overheid lijkt hierdoor een reële beslissing.

Ondanks deze duidelijke cijfers denkt Schutteman dat dit niet de echte werkelijkheid is. „Ik vind niet dat we ons moeten vasthouden aan dit soort cijfers. Ik ben van mening dat deze cijfers geen eerlijk beeld geven van de daadwerkelijke oorzaak.”

„Als mensen op de spoedeisende hulp terechtkomen, doordat zij bij het afsteken van illegaal vuurwerk een vinger zijn verloren, dan is het niet handig om later te zeggen dat illegaal vuurwerk de oorzaak was. Mensen zijn na een ongeluk vaak bang dat ze niet verzekerd zijn. Dus wordt gezegd dat ze het slachtoffer zijn geworden van een ongeluk met legaal vuurwerk.”

„Daarnaast wordt vanuit ziekenhuizen terug gecommuniceerd dat slachtoffers vaak door een combinatie van drank, drugs en vuurwerk in het ziekenhuis belanden. Is vuurwerk dan de echte oorzaak? Wij denken van niet, maar het wordt wel onder de grote noemer ‘vuurwerkongeluk’ geprojecteerd. Ik weet dat in Duitsland dezelfde discussie is gevoerd, maar daar heeft een vuurwerkverbod geen doorgang gevonden, omdat de mensen daar een feest wordt gegund.’’

Handmatig stickeren

Ondanks dat vuurwerk afsteken in Duitsland nog altijd is toegestaan, lijkt het erop dat de situatie in Nederland niet gaat veranderen. Naast Duitsland mag in veel andere Europese landen nog steeds vuurwerk worden afgestoken. Daardoor lijkt het voor de hand te liggen om de Nederlandse vuurwerkvoorraden op de buitenlandse vuurwerkmarkten te verkopen.

Broekhoff ziet dat anders. „Nederland is voor ons de grootste markt. We kopen dus ook hoofdzakelijk in voor de Nederlandse markt. Ze zitten in het buitenland helemaal niet op ons Nederlandse vuurwerk te wachten.’’

Schutteman vertelt daarbij dat het vuurwerkproduct ook fysiek aangepast moet worden voordat het de buitenlandse markt op mag. „De waarschuwingsteksten en handleiding moeten dan in de moedertaal van dat land op het product staan. We zouden dan ieder artikel handmatig moeten stickeren. In een doos Astronauten zitten honderd stuks. Ik heb duizenden dozen staan. Dat is dus niet te doen.”

Categorie één

Nederlandse vuurwerkproducten op de buitenlandse markt of in Nederland verkopen is dus geen optie. Toch is er wellicht een andere manier om inkomsten te genereren. Een algeheel vuurwerkverbod is door Europese regelgeving niet mogelijk. Categorie één vuurwerk mag daarom in heel Europa het hele jaar worden verkocht en afgestoken. Het afsteken van sterretjes of knalerwten is deze jaarwisseling in Nederland gewoon toegestaan en kan wellicht de financiële oplossing zijn.

„Zo’n 95% van onze voorraad bestaat uit het zwaardere categorie twee vuurwerk. Dat is wat alle Nederlandse vuurwerkwinkels bij ons willen afnemen, omdat dat het beste wordt verkocht aan de consumenten. We hebben dit jaar wederom ingespeeld op de sterke vraag naar categorie twee vuurwerk.”

Broekhoff vult hierbij nog aan dat het inmiddels te laat is om nu nog vuurwerk vanuit China te bestellen. „De productie van vuurwerk wordt door te hoge temperaturen of vanwege feestdagen vaak stilgelegd in China. De productietijd van een vuurwerkbestelling bedraagt daardoor minimaal drie maanden. Als onze bestelling is geproduceerd duurt het nog minimaal veertig dagen voordat het naar Nederland is getransporteerd. Dat krijgen we dus nooit meer op tijd hier.’’

Extra opslagplaatsen

Het Nederlandse vuurwerk verkopen aan het buitenland of de handel in categorie één vuurwerk opstarten is dus geen oplossing voor het financiële probleem. Volgens Schutteman en Broekhoff ligt het voortbestaan van de vuurwerkbranche volledig in handen van de overheid. De overheid sprak uit, de vuurwerkmarkt voor veertig miljoen te willen compenseren. Het bedrag is vooral bestemd voor het vinden van extra opslag. Broekhoff en Schutteman zijn blij met die garantstelling, maar zijn bang dat het kostenplaatje van de opslag wordt onderschat.

Broekhoff benadrukt dat een vuurwerkopslagplaats aan hele strenge eisen moet voldoen. „Het is niet zo dat ik een willekeurige fabriekshal kan huren om vuurwerk in op te slaan. In Nederland komt er een schaarste aan opslagplaatsen. We moeten daardoor in Duitsland gaan zoeken, maar daar mag vuurwerk niet zomaar worden opgeslagen. Alleen met een officieel certificaat is dat mogelijk, maar die hebben we niet op al onze producten en het aanvragen van zo’n certificaat duurt maanden. We moeten per product dus onderzoeken in welk land het mag worden opgeslagen. Vervolgens moeten we het nog transporteren. Daar gaan ongelofelijk veel arbeidsuren en kosten in zitten.’’

Dubbel probleem

Daarnaast voorziet Broekhoff nog meer opslagproblemen voor zijn bedrijf. „Voor ons is het opslagprobleem zelfs een dubbelprobleem. In de winter handelen wij in vuurwerk en in de zomermaanden in speelgoed- en strandartikelen. Mijn opslag ligt nu al vol met vuurwerk en daar komen in december nog tientallen containers bij. Daarnaast worden in januari zo’n zestig containers met zomerartikelen afgeleverd. Ik kan al het vuurwerk niet eens kwijt in mijn huidige opslag. Waar ga ik dan nu die zomerartikelen laten? Daar moet ik dus ook nog extra opslag voor gaan huren, maar ik ben bang dat we daar niet voor gecompenseerd gaan worden.”

Afgezien van deze onvoorziene financiële kostenpost gelooft Broekhoff erin dat de vuurwerkbranche volgend jaar weer vuurwerk mag verkopen. „Bij ruime financiële compensatie geloven wij in een toekomst voor de vuurwerkmarkt. Ik hoop dat iedereen zonder kleerscheuren het nieuwe jaar ingaat, maar dat bij eventuele schade nu wel voor iedereen duidelijk wordt dat de legale vuurwerkbranche daar echt niks mee te maken heeft.”

Martijn Kramer uit Nederhorst den Berg is student Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht.

Wethouder Hillebregt lanceert de website.
Wethouder over School 's Cool: "Bijdrage bij overgang naar voortgezet onderwijs" 11 uur geleden
Afbeelding
Nieuwe dienstregeling: "Betere aansluiting op de trein in Dronten en Harderwijk" Brrreis 11 uur geleden
Afbeelding
Replica barak is markeringspunt in pioniersbolwerk Dronten 12 uur geleden