UItleg bij de genenbank in Dronten.
UItleg bij de genenbank in Dronten. Staatsbosbeheer

Nationale genenbank bomen en struiken in Dronten bestaat 10 jaar

Algemeen

DRONTEN – In boswachterij Roggebotzand bij Dronten beheert Staatsbosbeheer een heel collectie van 57 soorten bomen en struiken, in totaal ruim 25.000 stuks. De genenbank is tien jaar geleden geopend door minister Veerman.

,,Het gaat om genetisch de meest oorspronkelijke exemplaren die sinds de laatste ijstijd in Nederland voorkomen, zoals de fladderiep, de jeneverbes, de wilde appel en diverse rozensoorten’’, aldus Staatsbosbeheer, ,,Naar schatting bestaat nog minder dan 5% van de bomen en struiken in Nederland uit deze oorspronkelijke vegetatie.’’

Om genetisch bronmateriaal veilig te stellen, is destijds gebruik gemaakt van kaarten uit 1850: ,,In oude bossen is van bijna 60 van de ruim 100 oorspronkelijke Nederlandse soorten bronmateriaal gevonden. Ze zijn daarna vermeerderd en vervolgens uitgeplant in de genenbank. Een groot deel van dit genetisch materiaal zou anders definitief zijn uitgestorven.’’

3,1 miljoen exemplaren

Staatsbosbeheer bevordert in opdracht van de EU en de Rijksoverheid het gebruik en de ontwikkeling van deze bomen en struiken. De afgelopen jaren zijn vanuit de genenbank veel parken, plantsoenen en natuurgebieden via stekken of zaad weer voorzien van de oude soorten. Naar schatting gaat het om ongeveer 3,1 miljoen exemplaren.

Oorspronkelijke bomen en struiken zijn een actueel thema in een veranderend klimaat. Ze zijn namelijk sterker en minder vatbaar voor hier heersende ziekten en plagen zoals meeldauw en bacterievuur. Daarnaast leveren ze een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit.

Hoogwaardig plantmateriaal

,,Staatsbosbeheer ontwikkelt al ruim 100 jaar hoogwaardig plantmateriaal voor de inrichting en versterking van natuur, bos en landschap. Voor de kweek van dit plantmateriaal werd in het begin van de twintigste eeuw de afdeling Zaad en Plantsoen opgericht’’

,,Deze afdeling levert plantmateriaal uit zaden van de eigen terreinen, zaadgaarden en de genenbank voor inheemse bomen en struiken. Daarnaast adviseert ze de terreinbeheerders bij het kiezen van boom- of struiksoorten die het beste passen bij specifieke doeleinden, zoals recreatie, de productie van hout en biomassa, landschapsinrichting en natuurontwikkeling en -herstel.’’