
‘Museum’ met poldermachines komt halverwege tussen Dronten en Swifterbant
SWIFTERBANT - Stichting Polderpioniers heeft een schuur gevonden. Daar komen straks de machines te staan, die werden gebruikt bij de inpoldering en het cultuurrijp maken van Flevoland. Het ‘museum’ - zelf gebruiken ze de term bezoekerscentrum - komt in de Minderhoudhoeve aan de Elandweg, halverwege tussen Dronten en Swifterbant.
In december richtten vijf vrijwilligers de stichting op. Zij stelden zich ten doel een bezoekerscentrum te realiseren. Sindsdien werken ze hard. Ze maakten een website, breidden hun collectie machines uit, vonden een locatie, begonnen met het opknappen van die schuur en startten een donateursactie.
Iets terugdoen
De Minderhoudhoeve is genoemd naar de eerste directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. De RIJP gebruikte ‘m vroeger als proefboerderij. De huidige eigenaar, de familie Van der Eijk, stelde de plek voor de komende jaren beschikbaar aan de stichting. „Zij vonden het mooi om iets terug kunnen doen voor de gemeenschap”, vertelt secretaris Niels van der Boom.
Het gaat om een voormalige stal die al jarenlang leeg staat. De landbouwmachines uit de begintijd van de polder zijn weliswaar minder groot dan de huidige machines, maar ze nemen wel behoorlijk veel ruimte in beslag. De stichting is dan ook blij met de grote ruimte aan de Elandweg, waarvoor ze bovendien geen commerciële huurprijs hoeven te betalen.
Opknappen
Van der Boom beseft wel dat er veel achterstallig onderhoud is. De vrijwilligers zijn al enkele maanden bezig in het pand, zodat er straks toch een representatieve ruimte is om bezoekers te ontvangen.
Wanneer het bezoekerscentrum open gaat, weten ze nog niet. Heel voorzichtig denken ze aan het eind van ‘t jaar. „Ik ben er eerlijk in: het komt ons eigenlijk wel goed uit dat we door corona zonder deadline de tijd hebben om alles op te knappen.”
Collectie
Ondertussen begint de collectie steeds meer vorm te krijgen. Een deel van de bestuursleden had al eigen machines. Inmiddels komt er meer en meer binnen. „Mensen kloppen bij ons aan en zeggen: ik heb nog wel iets staan. We hebben wat trekkers en machines gekregen, maar ook materiaal er omheen; documentatie, oude foto’s en dat soort dingen.”
De collectie kreeg een enorme impuls toen alle machines van Batavialand naar de stichting gingen. Het museum in Lelystad had er zelf geen plek meer voor. „Het stond al jaren letterlijk weg te rotten. Wij zeiden: dit kan zo niet langer, we moeten daar iets mee. Dat was één van de redenen om hiermee te starten”, legt de secretaris uit.
Als de stichting er de fondsen voor kan vinden, wordt deze Lelystadse collectie langzaam maar zeker opgeknapt: „In ieder geval willen we ervoor zorgen dat het niet verder achteruit gaat.”
Goed dat er aandacht is
De bestuursleden constateren dat er veel belangstelling is voor hun initiatief. Dat blijkt uit het aanbieden van materialen voor de collectie en ook uit de reacties op Facebook.
„Iedereen zegt: het is goed dat jullie er aandacht aan besteden en de handschoep oppakken. Ook van buiten Flevoland krijgen we veel reacties van mensen die affiniteit hebben met de inpolderingshistorie.”
Donateursactie
Twee weken geleden startte de stichting een donateursactie. „En dat loopt boven verwachting. Er melden zich ook veel bedrijven aan”, weet Niels van der Boom.
„Het is voor ons heel belangrijk dat we financiële steun krijgen. De gemeente en de provincie vinden ons initiatief goed, ze juichen het toe, maar financieel hoeven we daar niet veel van te verwachten. Tot nu toe betalen we alles uit eigen middelen. We zijn blij dat het bedrijfsleven nu bijspringt. Maar we zijn er nog lang niet en het zou fijn zijn als zich meer donateurs aanmelden.”
Stichting Polderpioniers
.