Eén op de zes Drontenaren die positief testen op corona heeft geen klachten
AlgemeenDRONTEN - Van de mensen die positief waren tijdens tijdens het massaal testen op Covid-19, had 15 tot 18% geen klachten. Dat schrijft het ministerie van Volksgezondheid (VWS) in het eindrapport over de proef met grootschalig testen.
Minister Hugo de Jonge heeft het rapport vanmiddag in ontvangst genomen. Die minister bezocht vorige maand ook de testlocatie in ‘t Dok in Dronten (zie video). Volgens het ministerie hebben de proeven in Dronten, Langsingerland, Rotterdam-Charlois en Bunschoten een schat aan informatie opgeleverd.
De belangrijkste conclusie: „Risicogericht grootschalig testen kan een bijdrage leveren aan het inzichtelijk maken van de verspreiding van het coronavirus als er sprake is van een uitbraak of een hoge besmettingsgraad.”
Gemiddelde gemeente
In Dronten was geen sprake van paniek. Dronten was vooral uitgekozen omdat het een ‘gemiddelde’ gemeente is en daarom goed vergeleken kan worden met de drie andere gemeenten.
Dat de urgentie in Dronten lager was dan met name in Lansingerland en Bunschoten, blijkt ook uit de opkomstcijfers. Er werden in Dronten 10.184 personen getest. Dat is 28% van de inwoners van 12 jaar en ouder.
In Lansingerland was de opkomst 62%. Dat had vooral te maken met een uitbraak van de Britse variant op een school. Bunschoten was tijdens de tweede coronagolf één van de grootste brandhaarden van het land en daar liet 39% zich testen.
Weinig positieve tests
Het percentage positieve tests lag in Dronten meer dan de helft lager dan in de drie andere proefgebieden. In Dronten testte 1,5% positief. In Lansingerland was dat 3%, in Charlois 5,7% en in Bunschoten 7,5%.
Relatief de meeste positieve tests vielen in Dronten in de leeftijdsgroep van 18 tot 24 jaar. Van hen testte 3,7% positief. In de groep van 65 jaar en ouder was dat het laagst: 0,7%.
Daarbij moet aangetekend worden, dat jongeren zich veel minder lieten testen dan ouderen. Slechts 6% van de ruim achttienduizend tests werd uitgevoerd bij jongeren in de leeftijd van 12 tot 17 jaar. Meer dan éénderde van de geteste personen was 45 tot 64 jaar. „Ouderen zijn bereidwilliger om mee te doen dan jongeren”, concludeert het ministerie.
