NCK blij met verhuizing van Dronten naar Flevonice: „Dit geeft wat rust”

BIDDINGHUIZEN - „Hier hebben we de ruimte.” De organisatie van de Nederlandse clubkampioenschappen wielrennen (NCK) is blij met de verhuizing van het centrum van Dronten naar het landelijk gelegen Flevonice bij Biddinghuizen. Het laat zich aanzien dat het niet eenmalig is en dat het evenement niet terugkeert naar het Meerpaalplein.

De NCK is een ploegentijdrit voor verenigingsteams; de jaarlijkse afsluiting van het wielerseizoen. Het lokale comité en wielervereniging De IJsselstreek organiseren het nu voor de vijfde keer op rij in de gemeente Dronten.

Mooi parcours

Michiel Mouris uit Baambrugge heeft de kampioenstrui om de schouders vanwege de winst in de jeugdcategorie. „Een mooie wedstrijd, lekker parcours. Juist die rechte wegen maken het mooi”, klinkt het enthousiast. Twee jaar geleden deed hij ook mee: „In Dronten was het altijd heel gezellig. Maar hier heb je meer ruimte en dat is ook wel handig. En wat betreft het publiek maakt het niet zoveel uit.”

Alfons Jansman uit Dronten maakt deel uit van de organisatie. Hij kijkt bij de start op het terrein van Flevonice tevreden om zich heen: „Het verloopt goed, de ploegen zijn gemotiveerd en enthousiast, we hebben een mooi parcours en het weer werkt mee. Al met al ziet het er goed uit.”

Lange rechte stukken

Sem Jalving heeft zojuist het zilver gewonnen bij de jeugd. „Ik vond het spannend, het is toch een Nederlands kampioenschap”, zegt de inwoner van Klazienaveen, „Ik ben meer een sprinter, niet echt een liefhebber van tijdrijden en van die lange rechte stukken. Toch vond ik het een leuke wedstrijd hoor, goed georganiseerd.”

De organisatie is tevreden over de verhuizing naar Flevonice. Jansman: „We hebben hier heel veel ruimte en dat is prettig, want er doen veel teams mee en die willen allemaal een kampement opzetten. Dat gaat hier heel goed. Verkeerstechnisch is het van hieruit ook handiger dan vanuit het centrum van Dronten.”

Alleen de polder

Jost van der Streek komt net over de streep en hapt naar adem. „Dat móet ook, anders heb je niet hard genoeg gereden”, hijgt en puft hij, „Ik ben superblij met hoe het is gegaan, mijn ploegmaten reden echt knetterhard. Van de omgeving heb ik niet zoveel gezien, maar ik vind het supermooi om hier te rijden. Geen gebouwen, geen fabrieken, alleen de polder… héérlijk.”

De 15-jarige inwoner van Ottoland (Zuid-Holland) doet voor ’t eerst mee in de B-categorie. Wel was hij als jeugdrenner al twee keer van de partij bij het NCK. „Ik vond het altijd wel gezellig op het plein in Dronten. Maar hier heb je de ruimte en geen last van het verkeer. Ik vind het geweldig.”

Keerzijde

De organisatie koos in het verleden voor Dronten als uitvalsbasis om de sport in het dorp te promoten, om wat reuring te creëren en om de inwoners van Dronten een activiteit te bieden. „Alleen… dat had ook zijn keerzijde”, weet Alfons Jansman.

„Zo’n wedstrijd gaf in Dronten hier en daar wat overlast en daar - laat ik het voorzichtig zeggen - gaat niet iedereen op dezelfde manier mee om. Dat maakte het soms lastig. Daarom zijn we twee jaar geleden gaan kijken naar alternatieve opties en kwamen we hier uit.” Door corona komt die keuze nu goed uit: „Je kunt hier veel makkelijker afstand houden.”

Ónze tijdrit

Mattanja Woets rijdt voor de organiserende IJsselstreek: „Wij komen hier allemaal uit de omgeving, dus we zien het als ónze tijdrit. En ik vond het mooi rondje.” Genieten is echter niet het juiste woord. „Want zo’n tijdrit is altijd afzien. Eigenlijk is het pas achteraf mooi.”

Over het resultaat is de 17-jarige Zwollenaar niet helemaal te spreken: „Het tempo zat er enorm goed in. Alleen in een bocht bij een viaduct is er eentje van ons team gevallen. Ik zat daar vlak achter en dacht: ik moet z’n fiets oppakken zodat hij door kan rijden. Uiteindelijk zijn we met z’n drieën verder gegaan, maar daar hebben we dus wel wat tijd verspeeld.”

Onzekere toekomst

Alfons Jansman kan over de toekomst van het evenement nog niets zeggen. Zo is het onzeker wat er met Flevonice gebeurt na de sluiting van de ijsbaan. En mocht Lelystad Airport open gaan, dan is het huidige rondje om het vliegveld niet zo handig. De organisator laat echter doorschemeren dat een terugkeer naar Dronten niet voor de hand ligt.

Doet de verhuizing hem als Drontenaar niet een beetje pijn? „Ik stond volledig achter de intentie om Dronten een evenement en wat reuring te bieden”, klinkt het, „Dus ik was altijd wat terughoudend als het erom ging of we daar weg zouden gaan. Tegelijkertijd geeft dit hier ook wel rust en ontspanning. Ik ben vandaag een blij man.”

Foto’s: ©maartenheijenk.nl